De meeste Nederlanders hebben gelukkig een buffer op een spaarrekening staan. Maar wanneer je spaarrekening wat groter wordt, kan je je afvragen hoeveel geld je eigenlijk mag hebben zonder dat je daar belasting over moet betalen. In dit artikel bespreken we waar deze belastingen vandaan komen, en hoeveel spaargeld je mag hebben zonder daar belasting over te betalen.
Hoeveel spaargeld je belastingvrij mag hebben is geregeld in de box 3 belasting. Dit bedrag verschilt ieder jaar en wordt tijdens Prinsjesdag het jaar daarvoor bekend gemaakt.
Belastingvrij sparen: hoeveel per jaar?
De hoogte van het bedrag wat je belastingvrij mag sparen verschilt dus per jaar. Het gaat namelijk om het heffingsvrij vermogen in de box 3 belasting. Het gaat daarbij om je gehele vermogen, niet enkel om spaargeld. Je vermogen is de optelsom van je spaargeld, beleggingen, contanten, etc minus eventuele schulden.
Het heffingsvrij vermogen was in de afgelopen jaren het volgende;
Zonder fiscaal partner | Met fiscaal partner | |
2020 | € 30.846 | € 61.692 |
2021 | € 50.000 | € 100.000 |
2022 | € 50.650 | € 101.300 |
2023 | € 57.000 | € 114.000 |
Box 3 belasting is na rechtzaken aangepast
In 2021 en 2022 liep een omvangrijke rechtzaak tegen de Nederlandse regering, rondom de box 3 belasting. Verschillende Nederlanders startte deze rechtzaak omdat ze het geen eerlijke regeling vonden. Tot die tijd ging de Belastingdienst ervanuit dat je bij een groter vermogen altijd een deel zou beleggen. Spaarders werden daardoor onterecht belast. Vanaf 2022 wordt je niet langer belast op basis van een fictieve situatie, maar zal je belast worden op basis van het daadwerkelijke vermogen in spaargeld en/of beleggingen. Vervolgens wordt er wel weer met een fictief rendement gerekend.
Wat betaal je als je meer spaargeld hebt?
De bovenstaande bedragen zijn de bedragen die je heffingsvrij aan vermogen mag hebben. Wanneer je onder dit bedrag zit wat betreft vermogen, betaal je dus géén box 3 belasting over je vermogen. Maar hoe zit dat als je meer vermogen hebt?
Je zal belasting betalen over het vermogen dat bovenop het heffingsvrij vermogen komt. Als het heffingsvrij vermogen bijvoorbeeld € 50.000 is en je hebt € 70.000 vermogen, zal je belasting betalen over de € 20.000 die boven het heffingsvrij vermogen valt.
Over dit vermogen berekenen we een fictief rendement. Dit is een rendement waarvan de Belastingdienst uitgaat, en wat je middels sparen of beleggen redelijkerwijs had kunnen behalen. Tot slot betaal je 30% of 31% belasting over dit rendement, afhankelijk van het jaar waarover we dit berekenen.
Hieronder vind je de percentages waarmee gerekend dient te worden;
Soort vermogen | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Spaargeld | 0,25% | 0,12% | 0,08% | 0,04% | 0,01% |
Beleggingen | 5,39% | 5,38% | 5,59% | 5,28% | 5,69% |
Schulden | 4,43% | 3,20% | 3,00% | 2,74% | 2,46% |
Belastingpercentage | 30% | 30% | 30% | 30% | 31% |
Rekenvoorbeeld Box 3 belasting 2021
We gaan in dit voorbeeld uit van een situatie waarbij je € 15.000 spaargeld hebt, en daarnaast € 55.000 aan beleggingen. Je hebt in dit voorbeeld geen schulden. Je hebt geen fiscale partner.
Stap 1: Bereken het rendement per soort vermogen
Spaargeld: € 15.000 x 0,01% = € 1
Beleggingen: € 55.000 x 5,69% = € 3.129
Totale rendement op vermogen is dus € 3.130
Stap 2: Bereken je vermogen
In dit geval is het vermogen gemakkelijk te berekenen, want je hebt geen schulden.
€ 15.000 + € 55.000 = € 70.000 vermogen
Stap 3: Bereken het rendementspercentage
Het rendementspercentage voor de berekening:
€ 3.130 / € 70.000 = 4,47%
Stap 4: Bereken de grondslag voor sparen en beleggen
Dit is je totale vermogen, minus het heffingsvrij vermogen. In dit geval dus:
€ 70.000 – € 50.000 = € 20.000
Stap 5: Bereken je voordeel sparen en beleggen
Het voordeel uit sparen en beleggen is de grondslag sparen en beleggen (stap 4) x het rendementspercentage (stap 3):
€ 20.000 x 4,47% = € 894
In dit geval gaat de Belastingdienst dus uit van een rendement op vermogen van € 894. Vervolgens betaal je over dit rendement een belastingpercentage van 31%. Je zou in dit geval dus € 277 belasting over je vermogen betalen.
Let op: Deze berekening dient als voorbeeld. Er kunnen geen rechten aan deze berekening worden ontleend. Onder voorbehoud van typ- of rekenfouten.
Je hoeft dit zelf niet te berekenen
Bovenstaande berekening is een voorbeeld voor hen die graag zelf willen berekenen hoeveel belasting ze gaan betalen over hun spaargeld of beleggingen. Gelukkig hoeft niet iedereen deze berekening zelf te maken.
Tijdens je aangifte inkomstenbelasting vul je bij bezittingen in hoeveel spaargeld en bezittingen je bezit. In veel gevallen is dit op voorhand al ingevuld door de bank of beleggingsonderneming.
De software van de Belastingdienst neemt deze bedragen mee, en zal op de achtergrond automatisch berekenen hoeveel belasting je in box 3 moet betalen.
Wanneer ben je fiscaal partner
Zoals je hierboven ziet, maakt het nogal uit of je fiscaal partner bent of niet. Maar wanneer ben je nu precies fiscaal partner? Wanneer je gaat samenwonen ben je niet automatisch fiscaal partner.
Je kunt op verschillende manieren ‘fiscale partner’ worden van jouw partner.
- Notarieel samenlevingscontract
- Jullie hebben samen een kind
- Aangemeld bij het pensioenfonds van je partner
- Eigenaar van een eigen woning waarin jullie beide wonen
- Jullie zijn allebei meerderjarig en er staat een kind op jullie adres ingeschreven.
- Getrouwd
- Geregistreerd partnerschap
- Een van jullie heeft een kind van de ander erkend
Als je een gedeelte van je woning verhuurd, hoeven jullie geen ‘fiscale partners’ te zijn. Als je hier meer over wilt weten, kun je het best contact opnemen met de Belastingdienst.
Als jij je partner opneemt in de pensioenregeling, zijn jullie ook ‘fiscale partners’. Wanneer jullie fiscale partners zijn, ziet de belastingdienst jullie ‘samen’. Dit kan ervoor zorgen dat je meer belasting betaalt, maar dit kan er ook voor zorgen dat je minder belasting betaalt. Dit is helemaal afhankelijk van jullie persoonlijke situatie.
Doordat jullie inkomen gezamenlijk wordt gezien, kan het gevolgen hebben voor toeslagen, uitkeringen en loonheffing. Wanneer je geen fiscale partner hebt, bepaalt je inkomen hoeveel belasting je betaalt.
Voor de box 3 belasting heeft dit dus ook invloed. Wanneer je fiscaal partner bent, tel je het vermogen van jullie beide bij elkaar op. Wanneer je dit niet bent, heb je beide een eigen heffingsvrij vermogen.
Telt goud mee voor de berekening van je vermogen in box 3?
Beleggingsgoud (en andere edelmetalen) dienen meergenomen worden in de berekening van het vermogen. Wanneer je beleggingsgoud bezit, is dit dus onderdeel van je vermogen en moet er eventueel vermogensbelasting over dit goud betaald worden.
Er ontstaat vaak verwarring omdat goud is vrijgesteld van BTW. Wanneer je goud koopt betaal je dus geen BTW, maar dit staat los van je vermogen in box 3.
Overigens vallen sieraden dan weer niet onder je vermogen. Wanneer je gouden ringen, armbanden of kettingen bezit, hoeven deze niet meegenomen worden in de berekening van het vermogen.
Overigens is het rendement op goud over het algemeen niet enorm hoog. Toch moet met hetzelfde rendementspercentage gerekend worden. Wil je investeren in goud middels een broker? Dan zou je eens naar dit artikel over de beste goud ETF’s bij DEGIRO kunnen kijken.
Conclusie
Wanneer je slechts enkele (tientallen)duizenden euro’s aan vermogen hebt, hoef je vaak geen belasting over je spaargeld te betalen. Wanneer je vermogen boven het heffingsvrij vermogen uitkomt, dien je wel belasting te betalen. Dit is in 2022 een belastingpercentage van 31% over het fictieve vermogen. Hoe hoog dat fictieve vermogen is, is afhankelijk van het feit of je spaart of beleggingen hebt.