Intrekken bij partner met koophuis


Als je intrekt bij je partner met een koophuis, komt hier veel bij kijken.  De financiën horen hier zeker bij. Hoe je dit financieel regelt, kan je zelf bepalen. Je kan dit onderverdelen in enkele verschillende opties.

De verschillende opties zijn:

  • Een deel van het huis kopen
  • Huur betalen
  • Trouwen in gemeenschap van goederen
  • Een deel van de hypotheek betalen
  • Een geregistreerd partnerschap aangaan

Er zijn dus genoeg opties. Voor elk stel is een ander optie het best. Wel is het belangrijk om hier goed over na te denken. Intrekken bij je partner is niet niks. Maak vooraf goede afspraken, hierdoor kun je veel ‘problemen’ voorkomen.

Wel of geen eigenaar worden van het koophuis van je partner?

Sommige mensen willen mede-eigenaar worden van het koophuis van hun partner. Je koopt dan als ware de helft van het huis. Je moet dit wel kunnen betalen, en dus voldoende inkomsten hebben. Jullie zijn in dat geval gezamenlijk verantwoordelijk voor de ‘schuld’ op de woning. 

Als je dit doet, komen er kosten bij kijken. Als je mede-eigenaar wordt, moet je naar de notaris. Dit zijn kosten waar je rekening mee dient te houden.

Een andere optie is om te trouwen in gemeenschap van goederen. Dit is natuurlijk niet zomaar een beslissing die je van de een op de ander dag maakt, maar in dat geval is het huis bezit van jullie beiden. Het is ook mogelijk om een ‘samenlevingscontract’ op te stellen. Hierdoor word je partner echter niet automatisch mede-eigenaar. In een samenlevingscontract kun je verschillende zaken vastleggen, waaronder het eigendom van de woning.

Het is belangrijk om afspraken op papier te zetten. Hierdoor weet je waar je aan toe bent als jullie uit elkaar zouden gaan. Als je alles écht goed geregeld wilt hebben, stel dan een testament op. Hier staat alles in. Van wie is wat, wat gebeurt er bij overlijden. Van wie is het huis, wie is de erfgenaam. Dit soort dingen vind je in een testament.

Woningen

Mede-eigenaar worden van het koophuis 

Als je mede-eigenaar wilt worden, heb je verschillende opties. Voorbeelden hiervan? Ga trouwen of ga een geregistreerd partnerschap aan. Als je dit doet, zijn jullie samen eigenaar van de woning. Hiermee zijn jullie beide verantwoordelijk voor hypotheekschuld.  Als je op deze manier eigenaar wordt, hoef je niets aan te passen in de hypotheekakte. Hierdoor betaal je geen overdrachtsbelasting.

Dit is niet de enige optie, je kunt ook een deel van het huis kopen. Meestal koop je dan de helft. Hiervoor heb je wel toestemmingen nodig van de bank en je partner. Als je het op deze manier doet, betaal je wel overdrachtsbelasting. Ook moet je naar de notaris toe. De hypotheekakte moet gewijzigd worden. Wanneer je één deel koopt, zijn de kosten een stuk hoger. Dit is het grootste nadeel.  Een andere optie is een samenlevingscontract.

Koop de helft van de koopwoning

Als je niet wilt trouwen, kun je toch mede-eigenaar worden van de woning. Hiervoor heb je verschillende opties. Als je geregistreerd partnerschap aangaat, betaal je geen overdrachtsbelasting. De hypotheekakte hoeft niet aangepast te worden. Wel, word je mede-eigenaar van de woning.

Het is mogelijk om een deel van de woning te kopen. Je hebt hiervoor wel toestemming nodig. Niet alleen van je partner, ook van de bank. Wanneer je de helft van de woning koopt, betaal je overdrachtsbelasting. De hypotheekakte moet gewijzigd worden, daar komen vaak ook kosten bij kijken. Naast een nieuwe hypotheekakte en overdrachtsbelasting, moet je ook rekening houden met notariskosten.

De overdrachtsbelasting betaal je over de helft van de waarde van de woning. In deze tijd, waar de huizenmarkt op het toppunt staat, kan dit om serieus geld gaan.

Als jullie uit elkaar gaan, moet de één de ander uitkopen. Soms moet de woning verkocht worden. Vaak gebeurt dit wanneer beide het alleen niet kunnen betalen. 

Als je partner de helft koopt, is hij/zij niet automatisch de erfgenaam van dit deel van de woning. De erfgenaam vind je in het testament. Wanneer je gaat samenwonen met je partner, is het sowieso belangrijk om alles ‘op papier’ te hebben. Je weet dan precies waar je recht op hebt.

Als je partner overlijdt, kunnen de kinderen erfgenaam zijn. De kinderen kunnen recht hebben op een deel van de woning. Het is ook mogelijk om een levensverzekering af te sluiten. Deze verzekering voorkomt dat je partner niet in het huis kan blijven wonen, wanneer je komt te overlijden. Als je partner overlijdt, en je hebt een levensverzekering, kan het zijn dat je hypotheek kwijtgescholden wordt. Dit geldt niet altijd. Het ligt aan de verzekering die je hebt afgesloten. Sommige mensen krijgen lagere maandlasten, terwijl andere geen maandlasten meer hebben. Als je geen verzekering afsluit, betaal je de ‘volle’ hypotheek.

Meestal blijven de kinderen verantwoordelijk voor de woning, wanneer de eigenaar komt te overlijden. Als dit zo is, zijn zij verantwoordelijk voor het andere deel van de hypotheek. Als ze dit niet kunnen betalen, of ze hun deel willen verkopen, kan dit. Jij kan het hele huis kopen. Kun je dit niet betalen? Dan moet het huis verkocht worden.

Trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan

Als je gaat trouwen in gemeenschap van goederen of een geregistreerd partnerschap aangaat, kunnen jullie beide eigenaar van het huis worden. Jullie zijn dan beide verantwoordelijk voor het betalen van de hypotheek. De totale hypotheekschuld is nu van jullie samen. Wanneer je met iemand gaat trouwen, is het belangrijk om op de hoogte te zijn van het hypotheekbedrag. Als je dit niet bent, kun je voor verrassingen komen te staan.

Als je mede-eigenaar wilt worden, is dit de goedkoopste optie. Omdat de hypotheekakte niet aangepast wordt, betaal je geen overdrachtsbelasting. Dit betaal je wel als je één deel koopt. Op dit moment is dit 2% van de waarde van de helft van het huis.

Als je gaat trouwen in gemeenschap van goederen of een geregistreerd partnerschap aangaat, zijn jullie automatisch elkaars erfgenaam. Het is belangrijk om hier vooraf rekening mee te houden.

Als je partner overlijdt betaal je veel minder erfbelasting. Je betaalt pas erfbelasting bij een bedrag hoger dan €680.645. Dit bedrag geldt voor 2022. Als je niet elkaars erfgenaam bent, betaal je een stuk meer. Je betaalt dan 10 tot twintig procent. Het exacte percentage is afhankelijk van de hoogte van het bedrag

Ga je niet trouwen of geen geregistreerd partnerschap aan? Dan betaal je al bij €2.274. Je betaalt dan 30 of 40 procent belasting. Als je niks op ‘papier’ zet, blijft er weinig over. Je betaalt dan gewoon enorm veel belasting.

Als je getrouwd bent of een geregistreerde partner hebt, zijn jullie ook ‘fiscale partners’. Dit kan gevolgen hebben voor je uitkering, toeslagen en loonheffing. Jullie inkomen wordt bij elkaar opgeteld. Als je partner veel vermogen heeft, gaan jullie waarschijnlijk meer belasting betalen.

Wanneer je partner weinig vermogen heeft, ga je waarschijnlijk minder belasting. Als jullie ongeveer hetzelfde verdienen, blijft dit ongeveer gelijk. Wel, kan het gevolgen hebben voor toeslagen, uitkeringen of loonheffing. De hoogte hiervan kan veranderen. Dit verschilt ook per uitkering.  

De meeste mensen hebben hun vermogen in spaargeld, beleggingen of een tweede huis. 

Betaal niets

Je hoeft niet per se mee te betalen aan de hypotheek van je partner. Je partner is eigenaar van het huis, hij/zij is volledig eigenaar. Hierdoor bouwt je partner vermogen op. Ook heeft hij belastingvoordeel in de vorm van hypotheekrente aftrek. Wanneer je een eigen huis hebt, zijn verschillende kosten aftrekbaar. Hierdoor betaal je over het algemeen minder belasting.

Je partner kan op andere manieren bijdragen. Dit kan bijvoorbeeld door de boodschappen, gas, licht en water te betalen. Je zou ook de kosten kunnen delen. Dit zodat jullie samen de vaste kosten betalen.

Als je gaat samenwonen, kun je een gezamenlijke rekening openen. Hierop kun je geld storten. Hiermee kun je de vaste lasten betalen. Als je niet wilt meebetalen, hoeft dit niet. Je bent namelijk geen eigenaar van het huis.

Als jullie uit elkaar gaan, mag je partner in het huis blijven wonen. Het huis is namelijk van hem. Het kan wel zijn dat je nog wat meekrijgt. Dit is alleen zo als je het ‘op papier’ zet. Vaak staat dit in een samenlevingscontract.

Als je partner sterft, moet je direct uit het huis. Dit hoeft niet als je ‘erfgenamen’ bent. Meestal zijn de kinderen dat. Wanneer jij niet de erfgenaam bent, moet je direct het huis verlaten. Als je er toch wil blijven, zal je de woning moeten kopen.

Andere dingen die je samen moet regelen?

Als je gaat samenwonen moet je veel regelen. Zeker, als je partner een koophuis heeft. Het belangrijkst is om afspraken te maken. Wie betaalt wat? Een gezamenlijke rekening of niet? Uitgaven bijhouden of niet? Het zijn zomaar een aantal vragen die hierbij komen kijken.

Het is belangrijk om te weten of jullie fiscale partners zijn of niet. Als je dit bent, kan het zo zijn dat je meer of minder belasting gaat betalen. Ook kan dit gevolgen hebben op de hoogte van je uitkering of toeslagen.

Wanneer ben je fiscaal partner van elkaar?

  • Notarieel samenlevingscontract
  • Jullie hebben samen een kind
  • Aangemeld bij het pensioenfonds van je partner
  • Eigenaar van een eigen woning waarin jullie beide wonen
  • Jullie zijn beide meerderjarig en er staat een kind op jullie adres ingeschreven
  • Wanneer je getrouwd bent 
  • Wanneer je een geregistreerd partnerschap hebt
  • Een van jullie heeft een kind van de ander erkend

Als je hier meer informatie over wilt, kun je contact opnemen met de belastingdienst. Met alle vragen kun je hier terecht. Voor sommige mensen is dit onduidelijk, hierdoor kun je in de problemen komen. Een gezamenlijke rekening is wel aan te raden. Zeker, als je samen gaat wonen. Mensen met een lat relatie doen dit zelden. Jullie zijn dan beide verantwoordelijk zijn voor jullie eigen financiën. Op de website van het ‘Nibud’, vind je informatie hoe je financiën kunt regelen wanneer je samenwoont.

Wat het Nibud adviseert? 

Een gezamenlijke rekening openen. Hier kunnen jullie elke maand geld op storten. Dit is bedoeld om de vaste lasten te betalen. Degene die het meest verdient, betaalt meestal het meest.

Tel jullie inkomens bij elkaar op. Stel jij verdient 4/10 van het gezamenlijke inkomen, dan betaal je 4/10 van de vaste lasten. Dit betekent dat je partner 6/10 betaalt. Je hoeft niet per se alle kosten te verdelen, alleen de vaste lasten.

Voorbeelden hiervan? Gas, licht, water en boodschappen. Ook kan het slim zijn om geld te ‘reserveren’. Dit kan handig zijn als spaarpotje. Als je auto kapotgaat, kun je een nieuwe kopen. Hiervoor hoef je dan geen geld te lenen

Veel mensen ‘reserveren’ geld voor vakantie. Dit kan handig zijn. Je bent namelijk met je financiën bezig. Hierdoor geef je waarschijnlijk minder geld uit aan ‘onzin dingen’.

Verdienen jullie ongeveer evenveel? En houd degene met het laagste inkomen nog genoeg over? Dan kunnen jullie de kosten door twee delen. Dit wordt in de ‘praktijk’ redelijk vaak gedaan.

Als je geen deel van de woning koopt, je bent niet getrouwd en gaat geen geregistreerd partnerschap aan, dan kun je ‘kostgeld’ vragen. Dit is een bijdrage aan de vaste lasten. Het kan verstandig zijn om afspraken vast te leggen in een samenlevingscontract. 

Mensen zetten hier vaak in wie, wat betaalt. En wie, waarvan de eigenaar is. Gaan jullie uit elkaar? Dan weten beide partijen waar ze recht op hebben.

In dit geval bouwt de eigenaar van de woning vermogen op (aflossen van hypotheek), terwijl de ander dat niet doet. De ander zou op een andere manier vermogen op kunnen bouwen, bijvoorbeeld door te gaan beleggen.

Conclusie

Wanneer je intrekt bij je partner, komen hier verschillende dingen bij kijken. Ale je mede-eigenaar wilt worden, heb je verschillende opties. Je kunt trouwen, geregistreerd partnerschap aangaan of een deel van het huis kopen.

Wanneer je een deel van het huis wilt kopen, heb je hiervoor toestemmingen nodig van zowel je partner, als de bank. Als je een deel koopt, betaal je overdrachtsbelasting. Deze belasting betaal je over de waarde van de helt van de woning. Op dit moment is de overdrachtsbelasting 2%. Dit zijn niet de enige kosten. Zelf moet je na de notaris, omdat de hypotheekakte aangepast moet worden. Dit kost ook geld. Belangrijk is om hier vooraf rekening mee te houden.

Ian Blankenvoorde

Ian heeft interesse in financiële onderwerpen en schrijft hierover op Het Geld College. Zijn stukken zijn gebaseerd op eigen onderzoek en helpen lezers om meer duidelijkheid te krijgen in persoonlijke financiën.

Recente posts